- 63 - De wieken maakten een enorm lawaai, haar haar woei lichtelijk in de war, haar rok werd op getild, ze struikelde meer dan dat ze rende, dan klom ze naar binnen, waar het lawaai niet minder was. Kees droeg een soort koptelefoon, of oorwarmers of zo, maar leek niet van plan haar ook iets te geven tegen het geluid. " !" "Wat zeg je?" " !!" "Ik hoor je niet, teveel lawaai!" Hij kon liplezen (blijkbaar) want als zij hem niet hoorde kon hij haar toch ook niet horen? " !!!" Ze gaf het op, dan maar niet, ze bleef maar gewoon zitten, keek naar buiten, voelde in haar jaszak, een gevoel van opluchting maar ook van spanning, het was nog niet voorbij. Jammer dat ze de kat had moeten achterlaten, ze had het luikje opengelaten, kon het beest weg als het honger kreeg. Ze bleven wachten, het leek een hele tijd, onder dat oorverdovende lawaai, ze wende er niet aan, waarom duurde het zo lang? " !" "waar!?" " !" Ze zag niks, haar uitzicht was ook niet zo goed, ze zat wat naar achteren. Ja toch, daar zag ze hem komen aanlopen, rennen, met een pakje onder zijn arm. Het was kleiner dan ze gedacht had, uit zijn manier van lopen kon ze zien dat het ook niet zwaar kon zijn (of zou hij echt zo sterk zijn?). " !" Ja, dat wist ze nou wel. Zij was toch de optimist? Aan hem had ze tot nu toe weinig gehad. Veel tegenwerpingen en weinig actie. Wat een moeite had het gekost om hem zover te krijgen, om hem te overtuigen, en dan tot op het laatst dat pessimisme, dat gebrek aan vertrouwen, ze werd er iebelig van. .. niet meer, toch?" et verder dan maar nee, met haar dikke bu of dan wel? Nee toch?" zuchtte ze meer dan d lo aangekomen, en dat na vijfender
Een fragment uit een verhaal van Christine :-)
schrijf je reactie naar haar:
Copyright Christine