Het begint allemaal via Internet. Een mailvriendje is voorjaar
1996 net zo aan vakantie toe als ik. Beiden zijn we Afrika-gek en ik
attendeer hem op de waanzinnig lage prijzen voor een reisje naar
Gambia..... Als je een hotel bij je vliegticket neemt krijg je nog 200 gulden
korting !
Dus de voorbereidingen kunnen beginnen. Afstemmen wat we beiden leuk
vinden,
kaarten en boeken kopen en de meest afgelegen plek aanwijzen op de kaart die
nog net te ontdekken is, maar waar het zeker moeilijk zal zijn om er te komen.
Het lot valt op Fatoto, helemaal aan de oostkant, daar waar Gambia bijna
ophoudt, de rivier op zijn smalst is, er geen verharde weg meer is en het
echte ongerief gaat beginnen.
Zo gezegd zo gedaan.
Eerst hebben we vanuit het vakantiehotel de omgeving verkend en het
plaatselijke vervoer uitgeprobeerd: de bushtaxies. Dit zijn oude omgebouwde
camperbusjes, waarmee Westerse toeristen door de sahara zijn gereden,
en die daarna voor veel te veel geld zijn verkocht aan Gambianen. Nu
doen ze al jaren dienst als particulier plaatselijk vervoer. Er zijn 12 zitplaatsen
ingebouwd en ze worden werkelijk tot de draad toe opgereden. Met onze
rugzakken op het dak trekken we naar het oosten.
In Basse, de laatste 'stad' met drie lokale hotelletjes drinken we
ons moed in voor de laatste etappe met bier gekoeld met ijsblokjes.
Want we weten: in Fatoto is niets meer, geen hotels, geen bars, geen
restaurants, geen electriciteit, misschien zelfs geen cola. Alleen putwater,
de rivier en de plaatselijke boerenbevolking.
We stappen uit en begonnen voorzichtig te vragen of we bij iemand
kunnen overnachten. Er wordt gedacht en overlegd. 'De patron' wordt er
gemompeld en ze nemen ons op sleeptouw. Dwars over velden en
compounds (erven) heen. Om toestemming te vragen stoppen we bij een schooltje.
Uiteindelijk parkeren ze ons bij mensen die geen woord engels spreken. Na twee
uur wachten en drie glaasjes thee komt 'de patron', een slungelige Gambiaan
met een franse baret op zijn kop, op de fiets aanzetten. Hij
verwelkomt ons in het Engels. We krijgen zijn studeerkamer te leen om te
overnachten: een eigen hut achter op de compound met een eigen badkamer, of
te wel een poepgat met een schuttinkje erom.
Hij begint te vertellen en houdt nooit meer op. Hij is als
vrijwilliger door de Gambiaanse regering naar deze
plek uitgezonden om de boeren te organiseren en ze bewust te
maken van het milieu, de ontbossing tegen te gaan en betere
landbouwmethodes te introduceren. En....... hij kent Nederland. Hij
heeft er twee jaar gewerkt en een half jaar tropische land en bosbouw
gestudeerd aan de landbouwhogeschool te Wageningen. Zijn studie heeft
hij afgemaakt in de Verenigde Staten. Zijn broer heeft wel tien jaar in
Nederland gewoond en gewerkt in Rotterdam op de binnenvaart.
Als hij eindelijk uitgesproken is springt ie weer op de fiets om in een
naburig dorp een vergadering te gaan leiden.
De volgende dag gaan we uitgebreid met hem op stap. Hij laat ons de
erosie zien, ontstaan door de ontbossing, die weer een gevolg is van de
houtroof. De jonge aanplant is bestemd voor omheiningen, zodat er
geen hout uit de bossen voor hoeft te worden gebruikt..
We zien de landbouwgronden met waterputten, die als ze eenmaal zijn
voorzien van windmolens kunnen worden bevloeid. Op die manier is er meer
oogst mogelijk. We bezoeken de school met projecten voor vrouwen en
opgroeiende kinderen, waar ze ook het kweken van groenten leren.
Kortom het duizelt ons van de ideeen en de mogelijke projecten.
De dag daarop melden we dat het reuze interessant s geweest, maar dat
we nu weer willen vertrekken. "O ja," vertelt onze gastheer op de
valreep, "wat we hier ook nodig hebben: de vrouwen willen graag
leren haken en breien........"
Het zal toch niet waar wezen, denk ik nog bij mezelf, alleen een man kan zo
iets bedenken. De vrouwen werken zich hier al dood.
Mannen werken slechts in het regenseizoen
We vertrekken. Bij het volgende dorp toets ik de vraagstelling.Via
een tolk vraag ik aan de voorzitster van het lokale vrouwencomitee
hoe het staat met de eventuele belangstelling voor haak- en
breilessen. Heftige belangstelling en hoog gespannen verwachtingen. Diepe
teleurstelling als blijkt dat er in mijn rugzak niets zit waarmee ik ook maar
iets kan laten zien.
Na twee weken zijn we weer terug in ons kortingshotel. We stoffen het
vuil en het zand van ons af. Gaan in het zwembad liggen en daar neem ik me
voor om bij thuiskomst een lespakket samen te stellen voor de eerste steken
haken en breien.
. .
wordt vervolgd
Write your reply to: Copyright ziklies@dds.nl