Deel 3

    In november wil ik er weer een weekje tussen uit. Dus een brief schrijven naar Gambia. Het is twee weken voor het geplande vertrek. Het is weer tussenseizoen, dus de prijzen zijn laag. Ik kan wachten met boeken tot het laatste moment. Het antwoord blijft uit en voor een weekje durf ik de gok niet te wagen. Ik oriënteer me op mogelijkheden om weg te gaan met Kerst en Oud en Nieuw. Alles blijkt volgeboekt, er is slechts een mogelijkheid: 10 dagen Gambia. Ik kan er niet omheen en boek meteen. Weer schrijf ik een brief dat ik er aan kom.
    Het blijft stil.
    Geen plof meer op de deur mat.
    Ondertussen heb ik een hele voorraad brei- en haaknaalden verzameld en een grote zak vol bolletjes wol en katoen. De vertrekdatum nadert. Een dag voor vertrek trek ik de stoute schoenen aan en bel de broer die telefoon heeft . Wat ik voor cadeautjes kan meebrengen ? Kaas, dropjes, zware shag en haring.

    En zo sta ik 24 december 1996 om drie uur midden in de nacht aan de incheckbalie van Air Holland en geef daar een rugzak af, volgepropt met handwerkspulletjes, breinaalden en Hollandse producten ingepakt tussen muskietennet, lakenzak en zaklantaarn.


    's Ochtends om 10 uur landt het toestel. De bagage wordt uitgestald en iedereen moet zijn koffer er uit halen en door de douane brengen. Een voor een verdwijnen alle gasten en alle koffers. Ik blijf dolend achter. Geen donkerblauwe rugzak te bekennen, waar zijn mijn breipennen en de Hollandse kaas? Samen met een Gambiaan, die de touroperator in Gambia vertegenwoordigd, gaan we in zijn jeep naar de cargohal. We bezoeken ook andere plekken waar de bagage terecht gekomen kan zijn , maar het resultaat blijft hetzelfde: geen rugzak. Ten einde raad ga ik naar de Travel Officer van het vliegveld. In een kantoortje moet ik wachten, tot ze tijd heeft. Ze heeft het maar druk achter haar 286-computer, haar fax, haar telefoon en haar mobilofoon. Al die apparatuur staat op een klein tafeltje gepropt, terwijl drie mannen ook nog aan haar kop staan te zeuren. Ze laat dan ook prompt een van de apparaten uit haar handen vallen. Eindelijk kan er rapport worden opgemaakt en een kopie ervan zal per fax naar Nederland gaan.

    Omdat ik als laatste in het hotel aankom proppen ze me in een hele slechte kamer pal tegen het zwembad. De hele dag galmen populaire songs uit de speakers en 's avonds worden er voorstellingen gegeven. Ik ben ongesteld geworden en heb een migraine-achtige hoofdpijn. Verder voel ik me vreselijk ongemakkelijk in de warme broek voor het vliegtuig, de zware wandelschoenen en sokken. Het is 35 graden . In mijn handbagage zitten nog twee maandverbandjes, mijn toiletspullen, een extra slipje en geen aspirine. 's Middags komt de hostess langs om de gasten te informeren over Gambia. Ze houdt een verhaal dat hoofdzakelijk gaat over de gevaren om zelf iets te ondernemen in Gambia en prijst dure excursies aan die alleen via haar zijn te boeken. Eindelijk krijg ik de gelegenheid haar aan te schieten." Je moet wachten", is haar antwoord, "ik kan verder niets voor je doen".

    Maandverbandjes heb ik gelukkig snel geregeld in het winkeltje van het hotel. Nog steeds met zware hoofdpijn en te warme kleren de broer maar weer opgebeld. Hals over kop komt hij me ophalen en in eerste instantie ben ik blij een bekend gezicht te zien. Hij is zowaar in het bezit van een auto en ik word ontvoerd richting Serrekunda. Hij praat en praat en moet nog het een en ander regelen. Ondertussen probeer ik mijn verhaal te slijten. Er stappen mensen in en er stappen mensen uit. We stoppen hier en we stoppen daar. Uiteindelijk belanden we in een kroeg waar hij gelijk pils laat aanrukken. En hij praat maar, waarbij hij zegt alles te willen doen om me gelukkig te maken. Voor de vijfde keer probeer ik: "Het enige dat ik NU wil, is een lap kopen als rok, sandalen en aspirine tegen de barstende koppijn. En ik moet om 19.00 uur weer terug zijn in het hotel." Precies om 19.00 en na veel gezeik word ik weer afgeleverd in het hotel met een steeds erger worden knetterende koppijn, maar wel met een lap en sandalen. Die broer wil ik voorlopig niet meer zien, neem ik me voor.

    De gasten maken zich op voor het Kerstgaladiner. Ik regel een aspirientje en duik eindelijk mijn bedje in. Barstende koppijn, geen bagage, geen breipennen, alleen, en het geroezemoes van het diner op de achtergrond.
    Kerst 1996 in Gambia.

    wordt vervolgd



    Meer informatie over Gambia:
    Kaart van Afrika en meer informatie:
    Kaart van Gambia en meer informatie:



    Meer reisverhalen uit Afrika:
    Een trektocht door West Afrika
    Op de motor van noord naar zuid



    Ga terug naar Liesbet's Atelier
    Ga naar buiten

    Write your reply to:

    Copyright ziklies@dds.nl